Een kind adopteren is een ingrijpende beslissing. Z24 zet op een rij welke financiële zaken er zoal bij komen kijken. Eén ding is duidelijk: in financieel opzicht wordt het adoptieouders bepaald niet makkelijker gemaakt.

Vorig jaar zijn 488 adoptiekinderen uit het buitenland in Nederlandse gezinnen opgenomen, 7,5 procent minder dan vorig jaar en het laagste aantal in veertig jaar. Het aantal adopties neemt al ruim zeven jaar af. Ook over de grens is een dalende tendens te zien, aan zowel de vraag- als de aanbodkant.

Minder adopties

Hiervoor zijn verschillende redenen aan te wijzen. In een aantal herkomstlanden  zijn de economische situatie en de algehele levensstandaard verbeterd, waardoor minder kinderen ter adoptie worden aangeboden.
Ook vinden steeds meer jonge kinderen een plek bij adoptiefouders in hun eigen land; mede onder invloed van het Haags Adoptieverdrag, dat adoptie aan strenge regels bindt.
Daarnaast kunnen in individuele landen situaties spelen die van invloed zijn op de vraag naar adoptieouders. Zo signaleert de Stichting Adoptievoorzieningen  dat in China (waar vorig jaar nog de meeste adoptiekinderen vandaan kwamen) de één-kindpolitiek op het platteland minder stringent wordt toegepast. Hierdoor worden minder kinderen door hun ouders ter adoptie afgestaan.

Ook de vraag van potentiële adoptieouders neemt af. Dit komt volgens de bovengenoemde stichting onder andere omdat de mogelijkheden voor ongewild kinderloze stellen om een kind te krijgen zijn toegenomen, dankzij technieken als eiceldonatie.

Crisis

Een andere oorzaak is de economische crisis, die ervoor zorgt dat meer ouders de kosten voor adoptie niet kunnen dragen. Het wegvallen van een eenmalige financiële tegemoetkoming van 3.700 euro voor de kosten voor buitenlandse adoptie, speelt volgens de Stichting Adoptievoorzieningen geen doorslaggevende rol.

Een derde veel genoemde reden voor de dalende vraag naar adoptiekinderen is dat tegenwoordig meer oudere kinderen, meerlingen en kinderen met een lichte of zware handicap ter adoptie aangeboden. Dat trekt minder ouders aan dan gezonde, jonge baby's.

Eisen

Een kind uit het buitenland adopteren is niet voor iedereen weggelegd. In elk land gelden aparte regels waaraan je moet voldoen.  Zo accepteert niet ieder land adoptie door ouders die al biologische kinderen hebben en gelden er soms religieuze toelatingscriteria en inkomenseisen.

Daarnaast heeft elke potentiële adoptieouder een zogeheten beginseltoestemming nodig om aan de adoptieprocedure deel te mogen nemen. Hiervoor gelden allerlei eisen. Je mag bijvoorbeeld bij aanvraag niet ouder zijn dan 45 jaar. Ook moeten beide ouders psychisch gezond genoeg zijn en een lange levensverwachting hebben.
Wil je samen met je partner een kind adopteren, dan moet je zijn getrouwd. Heb je een homoseksuele relatie, dan moet het herkomstland open staan voor homoadoptie.
Voor de beginseltoestemming moet je natuurlijk ook geschikt worden bevonden als adoptieouder. Hiervoor geeft de Raad voor de Kinderbescherming een advies, op basis van gesprekken met de potentiële adoptieouders.

Bemiddeling

Als je de beginseltoestemming hebt gekregen, kan de zoektocht naar een adoptiekind worden gestart. In Nederland zijn zes organisaties (vergunninghouders) bevoegd om te bemiddelen tussen de adoptieouders en instanties in het buitenland.
Bij een mogelijke match krijg je een kind voorgesteld. Ga je akkoord, dan moeten allerlei formaliteiten worden afgehandeld voor je op reis kunt om je kind op te halen. Na aankomst moeten nog meer zaken worden geregeld, zoals aanmelding bij de gemeente.

Kosten

Adoptie is niet goedkoop. Voor je een kind mag adopteren moet je verplicht zes informatiebijeenkomsten bezoeken. Dit kost in totaal 1.595 euro.

Ook ben je bemiddelingskosten verschuldigd. Hierin zijn de verzorgingskosten van het kind inbegrepen, plus medische onderzoeken, eventuele behandelingen, adoptieproceskosten voor de advocaat en tolk, reis- en verblijfkosten van het kind, de adoptieouders en begeleiders en de bemiddelings- en bureaukosten. Deze kosten kunnen volgens de Stichting Adoptievoorzieningen uiteenlopen van 7.500 euro tot ruim 35.000 euro; een flinke marge.

Het uiteindelijke bedrag hangt grotendeels af van de keuze voor het land. Een reis naar Hongarije bijvoorbeeld is duurder dan een reis naar China. In het ene land moet je veel langer blijven (soms wel acht maanden) dan in het andere. Ook de procedurekosten kunnen behoorlijk uiteenlopen. In sommige landen moet je wel drie keer naar de rechtbank, met alle kosten van dien.

Vergunninghouder

Ook de keuze voor de vergunninghouder is van invloed op de kosten. Je kunt kiezen uit zes organisaties. Sommige hebben zich in één of twee landen gespecialiseerd; andere organisaties zijn actief in vrijwel alle continenten.
Kijk niet alleen naar de kosten, maar ook naar de werkwijze van de organisatie. Het gaat bij adoptie immers om een van de belangrijkste beslissingen van je leven.

Neem je een adoptiekind mee naar Nederland, dan moet je een verblijfsvergunning aanschaffen. Dit kost circa 950 euro. Moet de adoptie naar Nederlands recht worden omgezet, dan betaal je nog eens 600 tot 1.000 euro.

Ziektekostenverzekering

Daarnaast betaal je natuurlijk de kosten voor levensonderhoud. Heb je een kind met een ziekte of handicap, dan moet elke verzekeraar je kind accepteren voor de basispolis. Voor aanvullende verzekeringen geldt geen acceptatieplicht, maar de meeste verzekeraars doen hier niet moeilijk over als de ouders ook een aanvullende polis hebben.

Bij sommige zorgverzekeraars kun je aanspraak maken op een vergoeding voor adoptiekraamzorg of een bijdrage in de kosten van medische screening of andere medische kosten die deel uitmaken van de adoptieprocedure. Verzekeraars vergelijken kan dus lonen.

Tegemoetkoming van de overheid

De financiële hulp van de overheid voor adoptieouders is de laatste jaren flink uitgekleed. De kosten voor adoptie zijn sinds vier jaar niet meer aftrekbaar. Ook de eenmalige tegemoetkoming van 3.700 euro voor de kosten van adoptie is vervallen. Dit geldt voor adoptieprocedures die na 1 januari 2013 zijn afgerond.

Adoptieouders hebben nog wel recht op kinderbijslag. Daarnaast maak je aanspraak op  vier weken adoptieverlof. Tijdens deze periode ontvang je een adoptie-uitkering. Ben je werkloos, dan kun je het verlof aanvragen bij het UWV. Tijdens het adoptieverlof bouw je vakantiedagen op.

Lange adem

Behalve kostbaar, is adoptie ook een zaak van de lange adem. Voor de aanmelding tot het moment dat je je kind in de armen kunt sluiten moet je rekenen op anderhalf tot vijf jaar. Meestal is de wachttijd voor jonge gezonde kinderen langer dan de wachttijd voor oudere kinderen en kinderen met een speciale zorgbehoefte.
Enig geduld is dus noodzakelijk, maar dat wordt als alles goed gaat wel beloond.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl